Printer
Een printer is een apparaat dat de uitvoer van een computer, scanner of digitale camera afdrukt op papier. Je kan printers op basis van diverse criteria in categorieën onderbrengen: drukprocedé, toepassingsbereik, en papierinvoer. Printers voor thuisgebruik zijn vaak geïntegreerd met een scanner. Vaak kan je dan ook het gescande artikel tegelijk afdrukken, zonder dat er een computer nodig is, en het apparaat dus gebruiken als kopieerapparaat. Dit wordt wel een all-in-one printer genoemd. De printer raakt het papier niet aan om een afdruk te maken. Het belangrijkste onderdeel is de printknop. Deze kan op de cartridge zelf zitten of in de printer zitten. De data van een printer wordt ontvangen via de computer, draadloos of via een geheugenkaart. Een schuifstang zet de printknop in de juiste positie boven het papier. Rollers in de printer verplaatsen het papier naar de juiste plek. De printer schiet microscopische druppels inkt via de spuitkanaaltjes rechtstreeks op het papier. Bij sommige printers wordt het inkt op het papier getrild vanuit de spuitkanalen. Toner is een poeder.Pigment geeft kleur aan de toner

Externe opslagmedia
De externe opslagmedia bestaat uit verschillende soorten media zo heb je de
1. Zipdrives In een Zipdrive kun je zip-schijven gebruiken tot 250 MB. De Zipdrives zijn bekend om hun goede kwaliteit, stabiliteit, lage prijs en gemak. Maar ze zijn traag en worden niet veel meer gebruikt.
2. Tape-streamers Tape-streamers worden vaak gebruikt voor back ups. De data worden sequentieel bewaard op tapes. Dat betekent dat als je een file nodig hebt die aan het einde van de tape staat, het heel lang duurt voor die is gevonden. Maar voor back ups is dat geen probleem. In veel bedrijven worden alle gegevens 's nachts op een tape gezet, en alleen in noodgevallen hoeven die tapes gebruikt te worden.
3. Memory stick In digitale fototoestellen en videocamera's worden speciale geheugenkaarten gebruikt, die meestal een capaciteit van 32, 64 of 128 MB hebben. Bij dergelijke apparaten kun je een speciale "card reader" kopen die via een USB kabel met je pc verbonden kan worden. Je hoeft dan het digitale fototoestel niet op de computer aan te sluiten, maar je kunt het geheugenkaartje (= memory stick) in die "reader" stoppen en de foto's op de computer opslaan.
4. USB-stick Tegenwoordig wordt veel gebruik gemaakt van usb-sticks. Die kun je rechtstreeks in de USB poort van een pc aansluiten, en die kun je verder net zoals een diskette gebruiken. Er zijn memory sticks tot wel 16 GB verkrijgbaar, en over een paar jaar past er misschien nog veel meer op. In een usb-stick zit flashgeheugen, dat voor de opslag zorgt. Doordat hij klein is, een grote opslagcapaciteit heeft, betrouwbaar is, en niet duur, heeft de USB-stick de diskette grotendeels vervangen. Een USB-stick wordt ook wel USB-pen, datastick of flash-disk genoemd. De USB-stick heeft geen interne energiebron; hij krijgt zijn stroom van de computer via de USB-aansluiting.

 

Cd/ dvd speler
Een dvd-speler is een apparaat om dvd's af te spelen. De afkorting is Digital Versatile Disc. De meeste spelers moeten op een televisie worden aangesloten, maar er zijn er ook die een eigen lcd-scherm hebben. Elke dvd-speler geeft stereogeluid. Een dvd-speler werkt dus door middel van een laser die op korte golflengte daar vanaf staat en zo de gegevens kan lezen. De huidige generatie dvd-spelers kan vaak ook mp3-cd's en cd's met fotobestanden afspelen. De dvd speler werd door Toshiba en Time Warner ontwikkelt. De productie vond plaats in 1990. De dvd wordt zowel gebruikt voor het distribueren van speelfilms als voor het distribueren en opslaan van computersoftware en gegevens. De cd speler is een optische schijf, die oorspronkelijk voor de opslag van muziek werd gebruikt, maar sinds een paar jaar na de introductie ook voor opslag van andersoortige gegevens wordt ingezet zoals de cd-rom en cd-video. De cd speler is uitgevonden door Philips en Sony/CBS. De eerste introductie vond plaats in 1982. De cd wordt van binnenuit naar buiten in een spiraalspoor van putjes. Het negatief van de putjes van de geperste zijde komt met een constante snelheid van 1,2 m/s voorbij: aan het begin draait de schijf daardoor sneller rond dan aan het eind. Het lezen van de putjes gebeurt met een diode-laser met een golflengte van 780 mm. Door uitdoving worden de putjes als licht, en de putjes als donker gezien. Hieruit wordt het originele signaal teruggerekend.

Scanner
Een scanner is een apparaat waarmee je afbeeldingen, grafieken, tekeningen foto´s of teksten kunt omzetten in een digitale afbeelding en vervolgens in de computer kunt opslaan. Nadat je de foto of tekst hebt gescand kun je met een speciale software je tekst of foto bewerken. Je hebt flatbedscanners, film-scanners en documentenscanners. De kleurdiepte van een scanner wordt aangegeven in Bits. Hoe groter de kleurdiepte, hoe meer kleuren er kunnen worden onderscheiden. De meeste scanners hebben een kleurdiepte van 48-bits. De scanner moet aangesloten zijn met een computer. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende aansluitingen. Bij iedere scanner wordt een gratis scanprogramma geleverd. Je legt de foto die je wilt scannen ondersteboven op het scanblad. Je sluit dan de klep van de scanner. Voor je gaat scannen krijg je de mogelijkheid om allerlei instellingen in te voeren.

 

Externe opslagmedia
De externe opslagmedia bestaat uit verschillende soorten media zo heb je de
1. Zipdrives In een Zipdrive kun je zip-schijven gebruiken tot 250 MB. De Zipdrives zijn bekend om hun goede kwaliteit, stabiliteit, lage prijs en gemak. Maar ze zijn traag en worden niet veel meer gebruikt.
2. Tape-streamers Tape-streamers worden vaak gebruikt voor back ups. De data worden sequentieel bewaard op tapes. Dat betekent dat als je een file nodig hebt die aan het einde van de tape staat, het heel lang duurt voor die is gevonden. Maar voor back ups is dat geen probleem. In veel bedrijven worden alle gegevens 's nachts op een tape gezet, en alleen in noodgevallen hoeven die tapes gebruikt te worden.
3. Memory stick In digitale fototoestellen en videocamera's worden speciale geheugenkaarten gebruikt, die meestal een capaciteit van 32, 64 of 128 MB hebben. Bij dergelijke apparaten kun je een speciale "card reader" kopen die via een USB kabel met je pc verbonden kan worden. Je hoeft dan het digitale fototoestel niet op de computer aan te sluiten, maar je kunt het geheugenkaartje (= memory stick) in die "reader" stoppen en de foto's op de computer opslaan.
4. USB-stick Tegenwoordig wordt veel gebruik gemaakt van usb-sticks. Die kun je rechtstreeks in de USB poort van een pc aansluiten, en die kun je verder net zoals een diskette gebruiken. Er zijn memory sticks tot wel 16 GB verkrijgbaar, en over een paar jaar past er misschien nog veel meer op. In een usb-stick zit flashgeheugen, dat voor de opslag zorgt. Doordat hij klein is, een grote opslagcapaciteit heeft, betrouwbaar is, en niet duur, heeft de USB-stick de diskette grotendeels vervangen. Een USB-stick wordt ook wel USB-pen, datastick of flash-disk genoemd. De USB-stick heeft geen interne energiebron; hij krijgt zijn stroom van de computer via de USB-aansluiting.

Maak jouw eigen website met JouwWeb